Koninklijke sites, nationale monumenten, uitzonderlijke groene ruimte, industrieel verleden, volkswijken en burgerlijke wijken, architecturaal erfgoed… De voormalige gemeente Laken kan bogen op een uniek, rijk en divers erfgoed.
Laken is in de eerste plaats een gemeente met koninklijk erfgoed. Het Kasteel van Schoonenberg, dat aan het einde van de 18e eeuw werd gebouwd, werd de residentie van de koningen na de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden en later na het ontstaan van België. Het Monument voor de Dynastie, dat in het verlengde van het kasteel werd gebouwd, is daarvan getuige. In de tuinen van het landgoed liet Leopold II in 1873 de beroemde Serres van Laken bouwen, een meesterwerk in glas en staal van de hand van architect Balat. Leopold II verwierf ook de naburige eigendommen van Belvédère en Stuyvenberg, die vandaag deel uitmaken van de Koninklijke Schenking. In het verlengde van de serres gaf de koning opdracht tot de bouw van de Japanse toren, het Chinese paviljoen en een replica van de Neptunusfontein van Giambologna. Deze werken maakten deel uit van zijn project voor een monumentale toegang tot de stad, waarin hij niet helemaal geslaagd is. Leopold II bleef het koninklijk domein voortdurend uitbreiden en stond in 1903 grote delen van dat domein af aan de staat. Daardoor hebben we nu een uitzonderlijk groen patrimonium: het Park van Laken, de Koloniale Tuin (die gebruikt werd als acclimatisatiezone voor exotische planten uit Congo), het Sobieskipark (voormalige koninklijke boomgaard), de Tuinen van de Bloemist en de Donderberg (die gebruikt werden om sierbloemen voor het paleis te kweken).
De koningen en koninginnen van België hebben tevens hun laatste rustplaats in de Koninklijke Crypte van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken. Dit onvoltooide gebouw, dat in 1852 werd ontworpen door architect Joseph Poelaert, vormt een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de neogotische architectuur in België. Voor de kerk staat het Monument van de Onbekende Soldaat, met beeldhouwwerken van de hand van twee productieve Lakense kunstenaars: Mathieu Desmaré en Ernest Salu. Het is de enige eeuwige rustplaats van een onbekende Franse soldaat uit de Grote Oorlog naast de Arc de Triomphe in Parijs. Ernaast vindt u de ingang van het Kerkhof van Laken in art-decostijl. Dit is de oudste nog bestaande begraafplaats in het Brusselse gewest en het is de echte ‘Père-Lachaise’ van Brussel. Ze kwam tot stand in de tijd dat de oude Onze-Lieve-Vrouwekerk werd gebouwd. Het koor van deze oorspronkelijke middeleeuwse kerk is bewaard gebleven. Volgens de legende was het de Maagd zelf die opdracht gaf tot de merkwaardige noord-zuid-oriëntatie. Deze plaats was dan ook ideaal voor de verering van Maria en pelgrimstochten. In de 17e eeuw gaf aartshertogin Isabella, die de Mariaverering nog wilde versterken, opdracht tot de aanleg van de dreef die vandaag nog steeds de verbinding vormt tussen de oude kerk en de Sint-Annabron en Sint-Annakapel.
Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw veranderde het aanzicht van de gemeente voorgoed, met de uitbreiding van de haven en de industriële ontwikkeling rond het kanaal. Wie weet nog dat de unieke site van Tour & Taxis, met zijn prachtige Gare Maritime, oorspronkelijk grotendeels bij de gemeente Laken hoorde? Vandaag wordt dit verleden op prachtige wijze in herinnering gebracht door het Monument voor de Arbeid van Constantin Meunier en een rijk industrieel erfgoed, zoals de gebouwen van het voormalige Byrrh-distributiecentrum (Be-Here). Tegelijkertijd zorgde de bevolkingsgroei ervoor dat het centrum van de gemeente werd heringericht rond het Emile Bockstaelplein en het monumentale gemeentehuis in neorenaissancestijl. In de omgeving zijn er tal van architecturale stijlen te vinden, zowel in burgerlijke woningen, zoals de huizen aan de Richard Neyberghlaan, als in meer volkse middens, zoals de eerste sociale woningen van de Lakense Haard in het bouwblok Mabille-Delva-Fransman-Fineau, gebouwd op initiatief van de Lakense architect en politicus Fernand Brunfaut.
Ook aan de gezondheid van deze groeiende bevolking werd er gedacht: in 1923 werd het Brugmannziekenhuis ingehuldigd, aan de grens met de gemeente Jette. Victor Horta creëerde hier een echt medisch complex, met een bijzonder originele, functionele en elegante paviljoenstructuur. Op dezelfde site bevindt zich de Geneeskundige Stichting Koningin Elisabeth, gebouwd in 1930 naar een ontwerp van Henri Lacoste en een van de mooiste realisaties van de Brusselse art-decoarchitectuur.
Na de annexatie bij de Stad Brussel in 1921 werd Laken verder verstedelijkt, met name voor de Wereldtentoonstellingen van 1935 en 1958 en de aanleg van het Heizelplateau. Het Heizelstadion (Koning Boudewijnstadion) van architect Joseph Van Neck was het eerste gebouw dat werd opgetrokken voor de Wereldtentoonstelling van 1935. De Charles De Brouckèrefontein, die er recht tegenover staat, prijkte vroeger aan de Naamsepoort. Ze werd verwijderd tijdens de heraanleg van de Kleine Ring voor Expo 58 en uiteindelijk in 1978 weer opgebouwd op de Palfynsquare. Aan de tentoonstelling van 1935 hebben we ook de grote tentoonstellingshallen(Brussels Expo) te danken, net als het Ossegempark met zijn openluchttheater, beide ontworpen door landschapsarchitect Jules Buyssens. Het Atomium, belangrijkste overblijfsel van Expo 58, is intussen het symbool van België en van onze hoofdstad geworden. De modernistische architecturale projecten van de twee Wereldtentoonstellingen zullen een weerklank vinden in de gebouwen van de wijken rond de Heizel, zoals het utopische en sociale project van de nabijgelegen Modelwijk, ontworpen door Renaat Braem.