Laken | Onderwijs

Laken heeft op onderwijsvlak vaak een pioniersrol gespeeld.

Misschien wel het meest vernieuwend was het op de Heizelvlakte gelegen vermaarde Hoger Normaal Instituut voor Landbouwhuishoudkunde, een initiatief van Paul De Vuyst, toenmalig directeur-generaal van het ministerie van landbouw en jarenlang onder leiding van Jan Lindemans. Het opende op 18/10/1920 voor 20 leerlingen, 10 Nederlandstaligen en 10 Franssprekenden. Een dertig hectare groot domein met kasteel, laboratorium, modelhoeve, landerijen en park waar sinds 1920 niet alleen boerendochters maar ook voor meisjes uit de burgerij opgeleid werden tot vrouwelijke elite voor de ‘buitenbevolking’. De Wereldtentoonstelling van 1958 veegde alle sporen van de school uit,  de veranderde tijdsgeest maakten dat de opleiding(en) lood in de vleugels kregen.

Nog zo een buitenbeentje was de Provinciale Binnenscheepvaartschool aan de Claessensstraat. Deze school was een gevolg van de invoering van de leerplicht tot 14 jaar in 1914. Kinderen van binnenschippers kwamen daardoor in problemen want hun huis was steeds op verplaatsing. Ze konden buiten de lestijden in dit internaat verblijven en lessen volgen in een van de scholen in de buurt. Na een tijdje werd er in het gebouw zelf ook les gegeven. Vanaf de jaren 1970 daalden de leerlingenaantallen samen met het aantal binnenschippers en in 1989 sloot de school de deuren. In 2012 opende de Stad Brussel er opnieuw een school, na ingrijpende verbouwingen. Het werd een Franstalige secundaire school: Athénée Marguerite Yourcenar.

Rond dezelfde periode, in 1916, kreeg Laken ook als gevolg van de schoolplicht een Nederlandstalige opleiding voor regenten, een rijksnormaalschool, de Nederlandstalige afdeling van de École Normale de L’État die zich in Vorst bevond. De school vestigde zich aan de Karel Bogaerdstraat op wat toen een uitgestrekt domein met drie Engelse villa’s was. De huidige opvallende gebouwen dateren uit de jaren ’20 vallen op door hun esthetiek, licht en ruimte. Deze campus bevatte ook een Atheneum en vanaf de jaren negentig een kunsthumaniora. In november 2020 verhuisde dat Lyceum Martha Somers naar de oude St-Michel sigarettenfabriek aan de Picardstraat in Molenbeek.

Een klas in de provinciale schippersschool, 1951 © Laca

Nog twee opvallende innoverende initiatieven: de fabrieksschool van Godin en de openluchtklassen aan de Vuurkruisenlaan van de Rijksmiddelbare School uit de Maria-Christinastraat op een terrein tussen de Van Praetlaan en de Vuurkruisenlaan. Ze werden aangelegd in 1929 en ingehuldigd in 1930. Er waren drie kleine paviljoenen, een klas in open lucht en 25 verplaatsbare schoolbanken. Ook deze school was een voorloper en gaf twee publicaties uit: “Revue trimestrielle de la Ligue Belge pour l’Éducation de plein air” en “Bulletin du conseil international des écoles de plein air”.

Vlakbij het Koninklijk Paleis vestigde zich in 1948 in het gebouw van de oude grenadierskazerne aan de Sint-Annadreef een Franstalige en Nederlandstalige afdeling
van de Cadettenschool. De verhuis had alles te maken met de taalwet die niet toelaat  Nederlandstaige diploma’s uit te reiken in het Franstalig landsgedeelte waar de school zich vroeger bevond. In een cadettenschool konden zonen van militairen, oorlogswezen, weerstanders enz. secundair onderwijs volgen. In 1991, toen dat systeem achterhaald was, sloot de school. Vandaag huist er de European School Brussels IV, van kleuter tot secundair onderwijs. Het oude karzernegebouw kreeg een serieuze up-date waarbij voor de toevoeging van een moderne vleugel met speelplaats op verdieping en schitterend zicht op Brussel bijbleef.

Openluchtklas, 1930 © Eric Christiaens

in 1849 het historische domein van Drootbeek, integreerden de vierkantige toren van het oude kasteel in hun volksschool. Nu bevinden zich daar rond de prachtige binnentuin aan de Drootbeekstraat een Franstalige lagere en secondaire school La Providence en twee Nederlandstalige kleuter- en lagere scholen. De Nederlandstalige lagere school kreeg  een architecturaal opvallende nieuwbouw aan de Dieudonné-Lefevrestraat.

Heel anders was de insteek van het Jan Van Ruusbroeckollege aan de Forumlaan dat de Jezuieten met steun van enkele kapitaalkrachtige privé-sponsors in 1969 aan de andere kant van Laken, bij de Japanse Toren openden. Bedoeling was Vlamingen uit de rand een aantrekkelijk college met een gedegen opleiding voor jongens aanbieden, een alternatief voor het in Brussel-centrum gelegen Sint-Jans-Berchmanscollege.  Ook al is de school ondertussen gemengd, het blijft toch een sterk op de rand gericht college, een hele andere wereld dan bv het Lyceum Martha Somers of het Hoofdstedelijk Atheneum Karel Buls.

Ursulineninstituut te Laken - Internaat en beroepsschool, circa 1900 © Archief van de Stad Brussel, iconografische verzameling

Aan Franstalige kant is het aanbod groter met  secondaire scholen zoals het stedelijke Athénée, het gemeenschapsatheneum Henri Spaak of het katholieke Instituut Maris Stella.

Voor 1914 was er geen leerplicht. De welgestelden konden zich toen ook nog makkelijk privé-leraars veroorloven. Nadien ook trouwens. De bewoners van het Koninklijk domein kozen daarbij voor het vak Nederlands voor twee vooraanstaande letterkundigen: Hendrik Conscience en Herman Teirlinck. Geen slechte keuze imho.

Jeroen De Smet (Laca)

Verken de getuigenissen