Laken | Werk en gemeenschapsleven

Het Lakens grondgebied over de vaart was het toneel van de eerste grootschalige industrialisatie aan deze kant van Brussel. Waar zich nu het containerpark Brussel-Noord (Rupelstraat) bevindt, stond lang de soda-fabriek Cappellemans, gesticht in 1824. Compleet vergeten vandaag de dag, maar zo belangrijk voor de glasproductie in België. Méér: je mag ze eigenlijk de eerste chemische industrie in België noemen. Na 1903 kwamen er de Produits Chimiques van Hicguet-Lefevre in de plaats. In 1906 kwam er een electriciteitscentrale bij.

Iets dichterbij werden in 1908 de Moulins Ricquier gevestigd, die rond 1927 de Grands Moulins de Bruxelles werden. Al deze bedrijfsgebouwen werden in de jaren 60 en 70 afgebroken en deels ingenomen door de zetel van elektriciteitsleverancier Elia.

Waar de molens stonden staat nu de Verbrandingsoven die sinds 1985 ons huisvuil verorbert. De warmte wordt omgezet in stoom waarmee stroom wordt opgewekt. Restwarmte gaat sinds kort naar het Koninklijk domein. Sic transit gloria mundi.

Anonieme, De chemische fabriek Cappellemans (links) en de katoenververij Story-Van Waes (rechts), omstreeks 1850 © Pierre Schacht

Naast Cappellemans vestigde zich eind jaren 1820 de ‘Indienne’, een enorme katoenververij.  Die ‘kathedraal’ van onze eerste burgemeester Benjamin Story – Van Waes bestaat nog steeds en is geïntegreerd in het Docks Bruxsel winkelcentrum. In en naast die gebouwen vestigde zich vanaf 1858 de kachelfabriek van Godin-Lemaire. In 1867 kwam er iets zuidelijker de Visserie Belge, fabricage van vijzen. En in 1875 kwam er de gasfabriek van de Stad Brussel die gas leverde voor 3.600 straatlantaarns, scholen en openbare diensten in de omgeving en ook aan een 8.000 gezinnen. In 1912 besloeg de gasfabriek niet minder dan 24 ha. In 1920 waren er nog 900 werknemers. Ze werd in 1960 afgebroken voor de bouw van de vroegmarkt. In 1844 stond de fabriek van loodwit Hamoir et Deby (nog een Burgemeester-Industrieel, opvolger van Story tot 1849) nog aan de Lakenbrug, maar in 1851 was de zetel gevestigd op de Kanaaldijk 5 te Laken.

Toen de stad Brussel in 1897 voor de eerste keer terreinen langs het kanaal voor de havenuitbreiding annexeerde, waaronder Tour & Tassis, ging dit deel naar Schaarbeek. Later bij de grote annexatie van 1921 verloor Schaarbeek het aan de Stad Brussel. Oorspronkelijk lag hier een oude weg, de Kalkovenstraat. Deze verbond het kanaal met het Schaarbeekse gehucht Monplaisir (Helmet). Kalkoven verwijst naar de ovens, die hier mogelijk stonden, waarin schelpen of kalksteen, aangebracht via het kanaal, werden gebrand waardoor ‘ongebluste’ kalk voor de bouw ontstond.

Toen de stad Brussel in 1897 voor de eerste keer terreinen langs het kanaal voor de havenuitbreiding annexeerde, waaronder Tour & Tassis, ging dit deel naar Schaarbeek. Later bij de grote annexatie van 1921 verloor Schaarbeek het aan de Stad Brussel.

Oorspronkelijk lag hier een oude weg, de Kalkovenstraat. Deze verbond het kanaal met het Schaarbeekse gehucht Monplaisir (Helmet). Kalkoven verwijst naar de ovens, die hier mogelijk stonden, waarin schelpen of kalksteen, aangebracht via het kanaal, werden gebrand waardoor ‘ongebluste’ kalk voor de bouw ontstond.

Onmogelijk om hier alle grote dépôts, houtzagerijen en plaatslagers (Ziegler, Sax, Jonckheere & Florizoone) op te noemen, laat staan de kleinere fietsenmakers, glazeniers en azijnproducenten.

Meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld van gemeenschapsleven in deze context is zonder twijfel de familistère van Godin. Naast de vertrekken die eigen zijn aan elke familie waren er lokalen voor gemeenschappelijk gebruik, zalen voor spektakel en vermaak, een bibliotheek, kinderopvang, baden, tuinen, winkels, enz., enz.

Uitstap naar Luxemburg door de Cercle des Impatients, 1906 © Pierre Schacht

En we mogen ook de ambachtslieden, winkeliers en andere ondernemers niet vergeten die bijdragen tot de vitaliteit van de Laekense economie.

En zoals overal waren er toneelverenigingen (Onder Ons en de Vereenigde Vrienden), jeugdverenigingen, verenigingen van oudstrijders, le Cercle des Wallons, de Koninklijke Harmonie, fanfares, volkstuinders (Onze vrije uren), kaatsers, wielrenners, voetballers, roeiers, boksers, tennissers, basketters en andere atleten. Er waren de Musketiers die jaarlijks hun bal hielden in de grote feestzaal van het gemeentehuis. Er waren de Karnavalsverenigingen Les Grosses Têtes de Laeken en Lutins de Laeken, opgericht door ‘volksburgemeester’ Jef Van Cutsem (1873-1962). Hij was de stichter en voorzitter van de handelaarsvereniging en wijkcomité van de Paleizenstraat-over-de-Bruggen en initiatiefnemer van de wijkfeesten en karnavalstoeten daar. Hij was een tijd gemeenteraadslid van Brussel, en tot zijn pensioen in 1938 “lantarenaansteker” in Laken. Na zijn overlijden werd in 1963 een gedenkplaat aangebracht in de Paleizen-over-de-bruggenstraat.

Tot slot was er een zekere “La Laekenoise” en “Le cercle des Impatients” van welke we niet weten wat ze eigenlijk deden… Wie van vergane verenigingen over archief beschikt: bezorgen aan Laca aub!

Steph Feremans (Laca)

Uitstap naar Luxemburg door de Cercle des Impatients, 1906 © Pierre Schacht

Verken de getuigenissen