Promotieaffiche voor de brouwerij van Marly © Privé-verzameling

Neder-Over-Heembeek | Erfgoed

Zoals de meeste gemeenten van de eerste en tweede kroon rond Brussel, heeft Neder-Over-Heembeek zijn historisch erfgoed merkelijk zien verdwijnen tijdens zijn verstedelijking. Toch telt Heembeek nog enkele mooie resten!

De mouterij-brouwerij La Marine (tot 1937 bekend als “du Marly”) was gevestigd in een geheel van rationeel georganiseerde gebouwen uit de jaren 1930 en verpersoonlijkte trots de industriële productie van bier. Tot de jaren 1970 produceerde het ook de Meudon-limonades die ouderen zich zullen herinneren. Momenteel wordt de site gedeeld door verschillende eigenaars die de uitgestrekte interieurs exploiteren. Aan de buitenkant is het echter moeilijk om zijn oude glorie te herkennen.

Promotieaffiche voor de brouwerij van Marly © Privé-verzameling

De romaanse toren, een versterkte toren van lokale kalkzandsteen die dateert uit de 11e – 12e eeuw, is het enige overblijfsel van de oude Sint-Pieterskerk, parochiekerk van Neder-Heembeek. In 1932 werd de rest van de kerk inderdaad door bliksem verwoest. De toren zelf had kunnen verdwijnen zonder de strijdlust van Jan Verbesselt, toen nog maar geschiedenisstudent maar reeds gedreven door alles wat met het bedreigde dorp te maken had.

Zijn directe buur is de Kluis, een godshuis dat sinds het einde van de 15e eeuw bestemd was voor 5 onbemiddelde mannelijke parochianen en gefinancierd werd door de plaatselijke heer die op die manier zijn zitje in het paradijs wilde veiligstellen.

De Sint-Niklaaskerk, het voormalige parochiale gebedshuis van Over-Heembeek, is sinds 1939 ontwijd. Hoewel ze enkele elementen van romaanse oorsprong bevat, werd ze in de eerste helft van de 18e eeuw grotendeels in barokstijl herbouwd naar de tijdssmaak. In die tijd werd er gebruik gemaakt van witte steen (kalkzandsteen) gewonnen uit lokale steengroeven (waarvan de herinnering terug te vinden is in het ruige reliëf van Mariëndaal en het Begijnendalbos). De kerk wordt momenteel gebruikt door het Centre culturel Bruxelles-Nord / Maison de la Création, na een zorgvuldige restauratie.

De monumentale Sint-Petrus-en-Pauluskerk domineert de wijk sinds 1935, halverwege de twee oude in onbruik geraakte gebedshuizen. Ze telt twee torens die de twee oude parochies moesten symboliseren. Architect Henri-Julien De Ridder ontwierp de kerk in modernistische stijl (Amsterdamse school) die het gebruik van baksteen in de verf zet. Ze is in een recordtijd (1933-35) gebouwd als een van de eerste kerken van gewapend beton. Het schip biedt bijgevolg een ​​volume aan dat door geen enkele visuele hindernis wordt belemmerd. Paul Stoffyn is de beeldhouwer van het buitentimpaan van de hoofdingang, evenals van de hoogreliëfs van de deurstijlen die zeldzame scènes uit het Oude Testament afbeelden.

Een bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de Sint-Lendrikskapel. Ter ere van deze plaatselijke heilige, die tot laat in de 19e eeuw werd vereerd, werd in de late 17e eeuw een kapel in barokstijl gebouwd in de buurt van een sinds mensenheugenis bekende Heembeekse bron. Dit kleine religieuze gebouw stond in het open landschap en was het hoogtepunt van een lange dreef. De industrialisatie van de 20e eeuw haalde de ondertussen verlaten kapel in door steeds meer te knagen aan het omliggende akkerland, ze was gedoemd om te verdwijnen. Dit was zonder Meester Daniel Campion gerekend, de Vilvoordse advocaat had tijdens zijn regelmatige wandelingen zijn hart verknocht aan de kapel. Hij kocht ze ternauwernood aan en liet ze in 1928 steen per steen herbouwen naast zijn Château de L’Écluse op het landgoed Drie-Fonteinen te Vilvoorde. Ironie van het lot: de kapel staat er nog steeds terwijl het kasteel verdwenen is; haar verhuis heeft haar gered!

Het hof van Beizegem of Beizegemhoeve is ook bekend onder de naam ‘Den Bels’ omdat tijdens de Duitse bezetting van 1914-18 zijn uitbater bekend stond als een groot patriot en weerstander. De hoeve dateert uit de 17e eeuw en is het enige monumentale overblijfsel uit het agrarische verleden van de wijk. Het is momenteel erg verwaarloosd maar niettemin geklasseerd als historisch monument en wacht sinds lang op zijn herwaardering.

Van het glorierijke Meudonkasteel dat met zijn serres en Franse tuinen een prachtig uitzicht op de vaart bood, zijn slechts één bijgebouw en de ingangspaviljoenen overgebleven. Deze laatste bevinden zich langs de Vilvoordsesteenweg maar na 30 jaar van uitstel tot afstel over hun lot, zijn ze slechts een schaduw van wat ze ooit waren; hun eerherstel laat nog altijd op zich wachten.

De twee watersportclubs die langs het kanaal zijn gevestigd, verdienen ook een vermelding. Hun panden werden gebouwd in de stijl van Anglo-Normandische villa’s. De “Union” organiseert sinds 1875 roeiregatta’s en de “Royal Club 1865” is zijn buurman sinds 1910.

In de schaduw van enkele prachtige exemplaren van de Turkse hazelaar (Corylus colurna) herbergt de begraafplaats van Neder-Over-Heembeek (1895) enkele oude grafstenen van de oude begraafplaatsen die de twee, eertijds gescheiden, parochies rond hun respectievelijke kerken erop nahielden. Hier werd ook de indrukwekkende grafkapel van de notarisfamilie De Ro-Vaxelaire gebouwd in 1918. Het nabijgelegen Meudonkasteel hadden ze als hun zomerresidentie uitgekozen. Haar eclectische stijl kondigt de art deco aan. Het symbool van de drie theologische deugden prijkt op een bas-reliëf op het fronton.

Het oorlogsmonument (beeldhouwer H. Daumerie) is bijzonder vanwege de afbeelding van een strijder die zijn zwaard uit de schede haalt. Dit is een onmiskenbare kopie van een bijna identiek werk van Arno Breker, emblematische beeldhouwer van een zekere Adolf Hitler!

Minder bekend, telt de Solvay-campus in de Ransbeekstraat een emblematische toren ontworpen door architect Henri Montois. De refter (1957), een zeldzaam voorbeeld van een industrieel gebouw dat zijn oorspronkelijke bestemming heeft behouden, is gebouwd in de pure “Robbedoes”-stijl van de jaren 1950 en 1960; het bevat uitzonderlijke keramische werken van Roger Somville en het Dour-atelier.

De Budabrug, in het uiterste noorden van de wijk en het gewest, staat symbool voor de Willebroekvaart of zeekanaal, de waterweg die het gewest dwars doorkruist. Hij werd in 1955 ingehuldigd ter gelegenheid van de 400ste verjaardag van het kanaal. Het is een metalen constructie van 35m hoog waarvan de tweelingsbroer zich in Willebroek bevindt.

Ten slotte, aangezien zij een beetje het visitekaartje zijn van Heembeek, laat ons de groene ruimten vermelden, waaronder het Meudonpark, een vage herinnering aan het domein van het verdwenen adellijk kasteel en van zijn homoniem ten zuiden van Parijs.

Een eeuwenoude haag van hagebeuken (carpinus) is bewaard gebleven aan de Korte Groenweg, ondanks de nieuwbouw eromheen.

Het groene netwerk gaat verder met de Tweebeek die, achter het sportcentrum van de stad, één van de twee bewaarde drassige elzenbossen vormt in het Brussels Gewest.

We moeten ook het Begijnendalbos vermelden (merk op dat er nooit een begijn heeft gewoond). 30 jaar lang een populierenbos zonder grote biologische waarde maar sinds 2014 “bosgewijs” herbeplant met 10.000 planten van verschillende soorten om het een duidelijk natuurlijker uiterlijk te geven.

Tegenover de Ferme Nos Pilifs (Trassersweg) biedt het militaire domein een natuurlijke bufferzone die dringend moet worden gevrijwaard.

Ten slotte is het Sint-Lendriksbos een natuurlijk toevluchtsoord van hoge biologische waarde; het ligt, volledig omsloten, onder de ring R0 (ring rond Brussel). Hier bevond zich aanvankelijk de hierboven vermelde Sint-Lendrikskapel. De bron is al sinds de 13eeeuw in teksten bekend! Ze is onlangs geherwaardeerd maar de site kan helaas alleen op verzoek worden bezocht omdat het ze vaak beschadigd wordt. De komst van zijn naaste buren, de in aanbouw zijnde schietbaan en kennel van de Stad Brussel, zou een game-changer kunnen zijn.

Benoît Elleboudt (De Groene Wandeling van Neder-Over-Heembeek vzw)

Verken de getuigenissen