Uittreksel uit het gemeentebulletin over de verandering van de straatnamen, 1922 © Publiek domein

Neder-Over-Heembeek | Verleden & toekomst

Vanaf 1922, het jaar na de annexatie, werd het verleden van Neder-Over-Heembeek sterk door elkaar geschud en bijgevolg was de perceptie van de annexatiewet door de inwoners eerder negatief.

De straatnamen die dezelfde waren als die van Brussel-Stad, werden toen onvermijdelijk gewijzigd. De ” molen”-, “beuk”-, “kerk”-, “bos”-, straten enz. worden onherroepelijk herdoopt. Komt daarbij – de gelegenheid is mooi – de verheerlijking van het zeer recente militaire verleden. Oorlogskruisenlaan, Vuurkruisenlaan, Ijzerkruisenlaan (let op het meervoud!, want niet de onderscheiding maar de medaillehouders worden daarmee geëerd) wisselen af ​​met Koning Albert, (het verdrag van) Versailles, (de slag van) Lombardsijde en twee generaals. Tot slot, om de verwarring volledig te maken, worden bepaalde toponiemen (Neerleest, Hoge Leest, Donderberg) letterlijk “ontleend”, wellicht om vergeven te worden dat die gehuchten achter de muren van het koninklijk kasteel verdwenen zijn? Gelukkig heeft Heembeek nog een heel eigen toponiem… De “Zavelput”, die alle buurtbewoners kennen, maar op geen enkele officiële kaart voorkomt… en waar een bepaalde zoekmachine nog altijd op zoek naar is.

Uittreksel uit het gemeentebulletin over de verandering van de straatnamen, 1922 © Publiek domein

Affiche voor de inhuldiging van de nieuwe haveninstallaties, 1922 © Privé-verzameling

De annexatie was bedoeld om de Brusselse haveninstallaties en infrastructuur uit te breiden.   Omdat Laken al sterk verstedelijkt was, was haar kanaaldeel al gericht op industrie en handel. N-O-Heembeek zou  dan de bevoorrechte perimeter worden voor massale en expansieve industrialisatie die het geannexeerde gebied (2.255 ha) toeliet. Voorbij het koninklijk domein van Laken of vanaf de Van Praetbrug werden hectaren aangeboden aan wie ze industrieel kon uitbaten. In grote tanks voor oliën en andere chemicaliën werden deze, via de waterweg aangevoerde, grondstoffen opgeslagen. Wie zou aardappelvelden, broeikassen en door water verzadigde brakke gronden missen? Dit heeft de grondeigenaars bepaald geen windeieren gelegd.

Het interbellum betekende ook het einde van de passieve vrijetijdsactiviteiten (familiewandelingen of boottochten), het uitsterven van de sociale categorieën van de renteniers (en hun zomerkastelen) en het dienstpersoneel (door de loonkosten). De pittoreske landelijke buitenverblijven van weleer werden lasten. Ze konden bepaald ‘winstgevend’ worden, mochten ze zich richten tot de behoeften van de toekomst. (Voor meer details, raadpleeg de fiche over Werk en vrije tijd).

Het vertrek op haar beurt van deze vervuilende industrie – ironie van de geschiedenis – wekte in de jaren negentig de illusie dat een terugkeer naar een groene, landelijke wijk mogelijk was, afgezien van de steeds luidruchtige aanwezigheid van alle ‘noordelijke’ vluchtroutes van Zaventem.

Met een beetje overdrijving zouden we kunnen stellen dat, voor hun definitieve sluiting, de Cokesfabriek van de Marly (in het noorden) en de verbrandingsoven (ten zuiden van de wijk langs het kanaal) de (negatieve!) merkers waren van Neder-Over-Heembeek.

Momenteel zijn de positieve merkers van de buurt de brandwondenafdeling van het militair hospitaal (Koningin Astridkwartier) en de Ferme Nos Pilifs! Als de zaken in de goede richting evolueren, en ondanks de huidige verdichting (de wijk telt meer dan 16.000 inwoners), komen daarbij het Noordelijk Stadsbos van de Regio en een vogelreservaat.

Affiche voor de inhuldiging van de nieuwe haveninstallaties, 1922 © Privé-verzameling

Weg die uitkwam op de Van Praetlaan (ongeveer tegenover de ingang van het park van het Kasteel van Laken), 1899 © Archief van de Stad Brussel

De toekomst betekent veel nieuwe woningen sinds de jaren 2000. Publieke (sociale en middelgrote woningen) en private projecten hebben de plaats ingenomen van braakliggende gronden die mettertijd plekken geworden waren voor spel, groen en biodiversiteit. Door het invullen van de “holle kiezen” is het stedelijk weefsel verdicht. Die beweging houdt trouwens niet op: er komt een heel nieuwe (satelliet?) wijk bij de Van Praetbrug, op de linkeroever, tussen de Vilvoordesteenweg, het koninklijk domein en het voetbalveld. Dit vraagt ​​om een aangepaste infrastructuur (winkels, scholen, openbaar vervoer) en haalt het dorpsverleden verder weg.

Voor het welzijn van zijn huidige en toekomstige bewoners is de verdediging van het groen netwerk (niet-gefragmenteerde groene ruimte) en blauw netwerk (herwaardering van de lokale bronnen waarvan duizenden hectoliters water verloren gaan in de riolen) een absolute prioriteit van de Heembeekenaars en bovenaan de lijst: een uitzonderlijk panoramisch uitzicht over de stad vanaf de Trassersweg!

Laat ons hopen dat de door de Stad opgestarte consultatie- en participatieprocessen een blijvend en soms bindend karakter krijgen in de manier van keuzes maken die gunstig zijn voor de toekomst van de Heembeekenaars.

Benoît Elleboudt (De Groene Wandeling van Neder-Over-Heembeek vzw)

Weg die uitkwam op de Van Praetlaan (ongeveer tegenover de ingang van het park van het Kasteel van Laken), 1899 © Archief van de Stad Brussel

Verken de getuigenissen