26.10.23
In de jaren rond de voorbije eeuwwisseling werden Philippe Moureaux en Jean-Luc Dehaene alom geprezen met hun uitvinding van de quasi-paritaire Brusselse regering. Aan het hoofd ervan kwam een taalneutrale voorzitter te staan. Een blik op het verdere verleden leert ons evenwel dat een dergelijke politieke constructie al aan het begin van de 15e eeuw werd opgezet in Brussel.
Samen met Roel Jacobs, onze spreker, keren we even terug naar het begin van het jaar 1421. De Zeven Geslachten van de stedelijke aristocratie weigerden hun macht af te staan. Macht die uitsluitend in hun handen rustte. Toen de ambachtsgilden dit niet langer accepteerden, brak er een opstand uit. Om de gemoederen te bedaren, keurde hertog Jan IV het edict van 11 februari 1421 goed. De stedelijke macht in Brussel werd voortaan verdeeld tussen de Geslachten en de ambachtsgilden, die verenigd werden in Naties. Hoewel de aristocraten hun overheersende positie behielden, was de gemeentelijke politieke macht niet langer hun monopolie.
Roel Jacobs voert ons mee naar de oorsprong van deze crisis. Welke subtiele oplossingen bedacht men om de gemoederen te bedaren? En kunnen die ons vandaag nog inspireren?
Onze spreker is perfect tweetalig, advocaat van opleiding en historicus uit passie. Al meer dan 30 jaar is hij geïnteresseerd in de grote en kleine geschiedenis van onze hoofdstad. Hij is de auteur van talrijke publicaties, waaronder Een geschiedenis van Brussel. Daarnaast organiseert hij lezingen en rondleidingen, die erg populair zijn bij mensen die de stad op een andere manier willen ontdekken.
Praktische informatie