04.10.2018 > 12.05.2024
Ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de inschrijving van de Brusselse Grote Markt op de UNESCO-werelderfgoedlijst, stellen het Museum van de Stad Brussel en de Cel Historisch Erfgoed een tentoonstelling voor, over en op dit plein, een emblematische Brusselse plek.
De tentoonstelling werpt aan de hand van onder meer kunstwerken, archiefdocumenten en archelogische voorwerpen een blik op de geschiedenis, de architectuur en het behoud van het mooiste plein ter wereld. Ook de grote restauratiewerken komen aan de hand van werkdocumenten, werffoto’s, werkmateriaal en originele objecten uit de gevels, aan bod.
Centraal staat de vijftiende-eeuwse windwijzer die Sint-Michiel voorstelt en tot voor kort op de torenspits van het stadhuis stond.
De Grand-Place To Be is nu een zaal die volledig gewijd is aan de Grote Markt: zijn geschiedenis, erfgoed, het dagelijks leven in winter en zomer…
09.05.2018 > 02.09.2018
De geïllustreerde affiche zag in de jaren 1870-1880 het licht in Parijs. Ze vond vrijwel onmiddellijk een weerklank in Brussel, waar vele kunstenaars zich op de affichekunst gingen toeleggen. Beroemde en miskende artiesten waagden zich aan het vluchtige, technisch veeleisende en opwindende medium, dat kleur bracht in de stad en haar buitenwijken. De affiches met reclameboodschappen kondigden de consumptiemaatschappij aan. Er werden uiteenlopende producten aangeprezen: van telefoons tot fietsen, van auto’s over koekjes en chocolade tot koffie, tabak en alcohol. Ook circus- en theatervoorstellingen werden gepromoot. De artiesten richtten zich op de vrijgevochten vrouw uit de burgerij: ze werd de verpersoonlijking van het verlangen naar luxe en moderniteit.
07.09.2017 > 11.03.2018
Op het einde van zijn leven bracht Charles Baudelaire (1821-1867) tussen 1964 en 1866 twee jaar door in Brussel. Tijdens deze bittere periode van ziekte en armoede schreef de auteur van Les Fleurs du Mal een schroeiend pamflet, dat pas na zijn dood werd gepubliceerd: Arm België! Dit pamflet, waarin de dichter zijn grieven ten opzichte van België uit, dient als vertrekpunt voor deze tentoonstelling.
Met de beledigende woorden van de dichter in het achterhoofd treden we samen met u in zijn voetsporen voor een ongezien en vrijpostig bezoek aan de Belgische hoofdstad van de jaren 1860: het Brussel aan de slotjaren van het bewind van Leopold I, van de Zenne, de zwarte zeep, de hondenkarren en de eerste foto’s.
11.06.2015 > 27.09.2015
Monique Martin (1928-2000) was een groot Belgisch kunstenares, schilderes en illustratrice, en de geestelijke moeder van Ernest & Célestine.
In deze tentoonstelling worden verschillende facetten van haar werk onder de loep genomen, waarin Brussel steeds als rode draad fungeert. De Belgische hoofdstad, waar ze haar hele leven gewoond heeft, was een belangrijke inspiratiebron, zowel in haar jeugdboeken, die ze onder het pseudoniem Gabrielle Vincent schreef, als in haar landschappen of portretten. Haar penseelstreken ademen Brussel.
Deze retrospectieve bevat originele prenten van Ernest & Célestine, taferelen die ze schetste in het Justitiepaleis en nooit eerder vertoonde tekeningen uit Le petit ange à Bruxelles, haar eerste boek uit 1970.
21.08.2014 > 03.05.2015
Bijna 4 jaar lang probeerde de Brusselse bevolking, ver van het front, te overleven onder de beklemmende bezetting. De dagen volgden het ritme van de vele bevelen van de bezetter. De Brusselaars leefden volgens de Duitse tijd, die 60 minuten voorliep op de Belgische tijd. Door de Britse blokkade kwamen de Duitsers al snel vanalles te kort en legden ze beslag op een deel van de Belgische levensmiddelen als steun aan de Duitse oorlogsinspanningen.
De documenten en voorwerpen uit de Eerste Wereldoorlog werden een eeuw lang zorgvuldig bewaard en maken deel uit van het uitzonderlijke erfgoed van de stad Brussel.
Het Archief plaatst haar documenten online.
04.07.2013 > 20.04.2014
Het negentiende-eeuwse neogotische gebouw zoals we het vandaag kennen, is getuige van een lange geschiedenis die in de dertiende eeuw begon. Het gebouw kende een tumultueus bestaan: het is gebouwd, afgebroken, vervangen, afgebrand, gerestaureerd, opnieuw afgebroken en uiteindelijk “identiek” heropgebouwd aan het einde van de negentiende eeuw. Het Broodhuis is het eerste Belgische burgerlijke gebouw dat in 1936 werd beschermd. In 1998 werd het samen met de volledige Grote Markt opgenomen in de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Aan de hand van archiefstukken, gravures, tekeningen, schilderijen, plannen, beeldhouwwerken, foto’s en digitale reconstructies vertelt deze tentoonstelling de bewogen geschiedenis van dit symbolische gebouw.
19.04.2012 > 31.12.2012
Dankzij de uitgebreide collectie van de Nederlandse fotograaf Cas Oorthuys in het Nederlands Fotomuseum van Rotterdam maakte het museum deze tentoonstelling, gewijd aan de visie van een buitenlander op Brussel. Uit de bijna 2000 clichés werd een selectie gemaakt van 69 foto’s die de periode tussen 1946 en 1956 illustreren, een periode die een belangrijk keerpunt vormde in de geschiedenis van de stad. Er zit nauwelijks tien jaar tussen het cliché van een man die een bevoorradingsaffiche leest en de “vrije” stellen die regelmatig een deftig restaurant bezoeken. Dit decennium blijkt vandaag een scharniermoment tussen twee tijdperken te zijn geweest.
Momentopnames 1884-1897 Jacques Carabain
03.12.2011 > 31.12.2011
Op verzoek van burgemeester Karel Buls maakte schilder Jacques Carabain 59 aquarellen van Brussel. Het doel was om de stad te vereeuwigen voor de grote stadswerken van start gingen. De aquarellen van deze getalenteerde kunstenaar, bewaard in het museum, zijn een bron van informatie over buurten die ondertussen vaak fundamentele veranderingen hebben ondergaan. Toegelicht met oud beeldmateriaal uit het Archief van de Stad, plannen en foto’s van hun huidige uitzicht, tonen ze de evolutie van de plekken en van het Brusselse leven tussen de negentiende en de 21e eeuw.
Een kijk op Brussel en omgeving in de 18e eeuw
10.10.2007 > 27.01.2008
Het Museum van de Stad Brussel brengt een tentoonstelling over het Brusselse stadslandschap in de achttiende eeuw. Dit aan de hand van tekeningen en schilderijen van twee minder bekende, maar belangrijke landschapskunstenaars: Ferdinand-Joseph Derons en Andreas Martin.
300 jaar faience en porselein (1650 – 1950)
19.11.2003 > 30.04.2004
Op het einde van de zeventiende eeuw opende, op initiatief van de ondernemersfamilie Mombaers, de eerste plateelfabriek in Brussel. Een eeuw later ruimde de faience het veld voor een nieuw product, het porselein. Naast het economische belang van de productie, vond hier ook een sociale revolutie plaats. De adel bezat dan wel mooi zilveren serviesgoed, waarmee werd gepronkt tijdens grote banketten, maar het gewone volk moest zich tot dan toe behelpen met tinnen borden en houten kommen. Er ontstond een nieuwe nijverheid, die het begin vormde van een artistieke traditie ten dienste van het dagelijks leven.
Openbaar sanitair in Brussel van de middeleeuwen tot vandaag
30.04.2003 > 18.08.2003
In de stad vormt de openbare ruimte de leefomgeving van de inwoners. Vandaag zijn gezelligheid en het comfort van de burgers opnieuw aan de orde van de dag. Het centrum van Brussel is evenwel erg karig bedeeld met banken, en openbare toiletten zijn vrijwel afwezig. Toch waren ze sinds de middeleeuwen en zelfs tot een dertigtal jaar geleden een vaste waarde in het Brusselse straatbeeld.
31.10.2001 > 31.12.2004
Deze tentoonstelling schetst de evolutie van openbare ruimten, zoals pleinen, groene zones, begraafplaatsen, parkings, enz., die werden aangelegd rond de belangrijkste kernen van de stad Brussel: een waterloop, handelsactiviteiten, religieuze plaatsen en politieke centra. De foto’s van Marie-Françoise Plissart vullen de tentoonstelling aan en leggen een verband tussen een nogal “bucolisch” beeld van het vroegere Brussel en de hedendaagse stad.